Fabry en families
De ziekte van Fabry is een erfelijke aandoening – deze wordt doorgegeven van ouder op kind, en meerdere personen in één familie kunnen deze ziekte bij zich dragen. De ziekte van Fabry is een echte “familieziekte”, deze aandoening kan in alle vertakkingen van een familie aanwezig zijn.
Om een inzicht te krijgen in de manier waarop de ziekte van Fabry families kan treffen, is een klein beetje kennis van genetica en de werking van genen nodig.
Genetica, genen en chromosomen in het kort
Genetica (erfelijkheidsleer) is een tak van de biologische wetenschap die het doorgeven van eigenschappen en kenmerken van ouder op kind bestudeert. Deze eigenschappen en kenmerken worden “genetisch” genoemd omdat zij bepaald worden door minuscule structuren in de menselijke cellen die “genen” worden genoemd.
- Genen bevatten de instructies (codes) voor de opbouw van alle lichaamscellen. Zij bepalen zaken als onze uiterlijke kenmerken (zoals haarkleur en kleur van de ogen) en lichaamsfuncties, zoals stofwisseling (bijvoorbeeld het omzetten van voedsel in energie).
- Alle genen in het menselijk lichaam (we hebben er wel 20.000 tot 25.000!) liggen op structuren in de celkern die chromosomen genoemd worden.
- Iedere cel in het menselijk lichaam bevat 23 paar chromosomen (dus 46 in totaal): van ieder paar is één chromosoom van moederszijde geërfd en het andere van vaderszijde.
- Twee (één paar) van die 23 paar chromosomen bepalen het geslacht van een individu. Dit zijn de X- en Y-chromosomen (ook wel geslachtschromosomen genoemd).
- Vrouwen hebben twee X-chromosomen (XX) in elk van hun lichaamscellen, en mannen hebben één X- en één Y-chromosoom (XY).
De ziekte van Fabry en X- en Y-chromosomen
De genen op de X- en Y-chromosomen hebben vele functies. Het gen dat ons in staat stelt kleuren te zien bijvoorbeeld, ligt op het X-chromosoom - zo ook het gen dat in verband staat met de ziekte van Fabry. Hiermee is de ziekte van Fabry een “X-gebonden” aandoening.
Bij mensen met de ziekte van Fabry functioneert het gen dat codeert voor de aanmaak van het belangrijke enzym alfa-galactosidase A (ook wel alfa-GAL genoemd) niet goed, waardoor het lichaam dit enzym onvoldoende of zelfs helemaal niet aanmaakt. Hierdoor is de afbraak van de vetachtige substantie globotriaosylceramide (GL-3) verstoord. Dit resulteert in een geleidelijke ophoping van GL-3 in de lichaamscellen, wat op den duur kan leiden tot ernstige complicaties in hart, hersenen en nieren.
Omdat het gen dat codeert voor de aanmaak van alfa-GAL op het X-chromosoom gelokaliseerd is, kan de ziekte van Fabry zich bij mannen op een andere manier manifesteren ofwel uiten dan bij vrouwen.
- Omdat bij mannen in iedere lichaamscel maar één X-chromosoom aanwezig is, hebben zij ook maar één exemplaar van het gen dat codeert voor de aanmaak van alfa-GAL. Als dat gen bij een man niet goed functioneert, heeft hij weinig tot geen actief alfa-GAL in zijn lichaam.
- Vrouwen hebben in iedere lichaamscel niet één maar twee X-chromosomen. Een vrouw kan naast een afwijkend gen ook een goed functionerend exemplaar van datzelfde gen op haar X-chromosoom hebben. Als een vrouw de ziekte van Fabry bij zich draagt, kan het goed functionerende gen zorgen voor enige aanmaak van het enzym alfa-GAL. Dat verklaart waarom bij vrouwen de symptomen van de ziekte van Fabry zich niet altijd in dezelfde mate manifesteren als bij mannen. Maar ook dit kan bij ieder persoon met de ziekte van Fabry weer sterk verschillen.
Onderstaand schema geeft dit effect weer: